strategie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  strategie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌstrateˈɣi/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • stra·te·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunst van oorlogvoering, beleid’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord strategie strategieën
verkleinwoord strategietje strategietjes

Zelfstandig naamwoord

destrategiev

  1. een plan om iets te bereiken
    • De strategie van die handelaar werkt erg goed. 
     Hij zag het probleem niet zozeer en maakte aanstalten om verder te lopen, waardoor ik overging op een andere strategie.[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • strategie van Lissabon, strategiebepaling, strategiebesluit, strategieontwikkeling, strategiespel, strategiewijziging, strategisch
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord strategie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

strategie v

  1. strategie
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.