kruispunt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kruispunt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kruis·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kruispunt kruispunten
verkleinwoord kruispuntje kruispuntjes

Zelfstandig naamwoord

hetkruispunto

  1. (verkeer) een plaats waar twee of meer wegen elkaar kruisen, kruising, wegkruising
    • Als u bij een kruispunt komt, slaat u links af en volgt u de borden. 
     'Op drukke dagen hadden we hier enorme files. Er stond zelfs een gendarme op een rond podiumpje het verkeer te regelen', zegt ze, wijzend op een totaal verlaten kruispunt. Velen hebben zowaar heimwee naar die legendarische files van volgepakte auto's die zich door smalle dorpsstraten wurmden.[1]
  2. (figuurlijk) een ogenblik waarop een belangrijke beslissing moet genomen worden, cruciaal moment
    • Een kruispunt in het leven. 
Hyponiemen
  • [1] bajonetkruispunt
  • [2] levenskruispunt
Afgeleide begrippen
  • kruispuntbank
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kruispunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.