kruissleutel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kruissleutel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kruis·sleu·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kruissleutel kruissleutels
verkleinwoord kruissleuteltje kruissleuteltjes

Zelfstandig naamwoord

dekruissleutelm

  1. (gereedschap) een sleutel met vier vaste doppen, om de moeren van een autowiel aan of los te draaien
    • De wielmoeren zaten muurvast, ook met de kruissleutel lukte het niet. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord kruissleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.