kuit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kuit    (hulp, bestand)
  • IPA: /kœyt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • kuit
Woordherkomst en -opbouw
1,2 enkelvoud meervoud
naamwoord kuit kuiten
verkleinwoord kuitje kuitjes

Zelfstandig naamwoord

[A]dekuitv/m

  1. (anatomie) achterzijde van het been tussen knie en enkel
     Ik was goed in vorm, waardoor ik des te gekker opkeek toen iemand mij toch inhaalde. Deze persoon had gigantisch gespierde kuiten en twee lange blonde vlechten onder een versleten baseballcap.[8]
  2. (dierkunde) visseneitjes
    • De vissen hebben kuit geschoten. 
  3. (kleding) bovenste gedeelte van een kous [1]
Synoniemen
  • [2] viskuit
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

[1] "achterzijde van het been tussen knie en enkel"

  • Aan zijn kuiten trekken
Ervandoor gaan
  • De kuiten nemen
Ervandoor gaan

[2] "visseneitjes"

  • Ergens haring/hom of kuit van willen hebben
Van alles precies willen weten hoe het in elkaar steekt, ergens duidelijkheid en/of uitsluitsel over willen (vaak afgekort tot Hom of kuit)
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

[B]hetkuito

  1. (drinken) een bepaald soort bier gebrouwen van tarwe, haver en gerst
Synoniemen
  • kuitbier

Gangbaarheid

  • Het woord kuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[9]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.