kut-Marokkaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kut-Marokkaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkʏtmarɔˌkan/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kut-Ma·rok·kaan
Woordherkomst en -opbouw
  • intensiverende samenstelling van  kut bn  en  Marokkaan zn , geschreven met koppelteken volgens spellingregel 6.F en hoofdletter volgens spellingregel 16.J
enkelvoud meervoud
naamwoord kut-Marokkaan kut-Marokkanen
verkleinwoord kut-Marokkaantje kut-Marokkaantjes

Zelfstandig naamwoord

dekut-Marokkaanm

  1. (scheldwoord) vervelende overlast veroorzakende (Amsterdamse) jongen van Marokkaans origine
    • Mijn vader is Marokkaan. Mijn moeder Duits-Nederlands. Vroeger noemden de Marokkanen me een mof omdat ik geen Arabisch kon, en de Hollanders me een kut-Marokkaan, ha! [1] 
    • De ruzie ontstond vanwege een sigaret. Akrouh vertelt in de Gooi- en Eeemlander dat de 'échte kut-Marokkanen' om een sigaret vroegen en dat een vriend van zijn broer die uit angst gaf. De daders pakten vervolgens het hele pakje af. [2] 
    • De PvdA en politieke beweging Denk zijn tijdens het Nationale Islamdebat in de Essalam-moskee in Rotterdam tot een harde botsing gekomen. „U polariseert, schandelijk!”, klinkt het vanuit de PvdA. „Wie polariseert er nou? Uw partij had het over kut-Marokkanen”, is de repliek. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'kut-Marokkaan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia Eefje Oomen 10 oktober 2015 Timor Steffens: Madonna heb ik niet nodig om te shinen
  2. De Telegraaf Tanja Kamphuis 8 november 2012 Broer raadslid neergestoken
  3. De Telegraaf Inge Lengton 10 maart 2017 Harde confrontatie PvdA en Denk bij Islamdebat
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.