laaie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  laaie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlajə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • laaie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord laaie laaien
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

delaaiev

  1. (verouderd) vlam
     Nu zwenkt een zon, en zaait haar gouden regen,
    Dan, reuzengroot, verheft zich aan de kimmen,
    Een kruis van licht en zie! in roode laaie
    Staan fluks geboomte en vijver, heel het landschap.
    [3]
     Daar vonkelde licht noch laaie
    In 't lage, vunzige kamerkijn;
    Slechts door 't bevrozene raamken
    Drong flauw de maneschijn.
    [4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

laaie

  1. verbogen vorm van de stellende trap van laai
     Dat is waarlijk hartstocht, liefde. Maar ducht niet dat deze geweldige gloed in laaie vlammen uitbreke en rondom zich sla; (…)[5]

Werkwoord

vervoeging van
laaien

laaie

  1. aanvoegende wijs van laaien

Gangbaarheid

  • Het woord laaie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. laai (vlam) op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron “Beelden en stemmen. : XVII. Vuurwerk.” (1887), P.N. van Kampen en Zoon, Amsterdam / Ad. Hoste, Gent, p. 107
  4. Weblink bron “Gedichten. : Sint Niklaas” (1876), Wed. J. C. van Kesteren & Zoon, Amsterdam, p. 196
  5. Weblink bron
    H.J.A.M. Schaepman
    “Menschen en boeken: verspreide opstellen. Deel 1. : Mr. I. da Costa.” (1893), Wed. J.R. van Rossum, Utrecht, p. 16
  6. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.