laesie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  laesie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lae·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kwetsing’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1565.[1]
  • Leenwoord uit Latijn laesio ‘kwetsing; beschadiging, benadeling’
enkelvoud meervoud
naamwoord laesie laesies
verkleinwoord laesietje laesietjes

Zelfstandig naamwoord

delaesiev

  1. (medisch) beschadiging van het weefsel in een organisme, die doorgaans het gevolg is van ziekte of lichamelijke verwonding
    • Door het ongeluk liep hij een laesie op. 
  2. (juridisch) (verouderd) benadeling
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord laesie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.