lamphouder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lamphouder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lamp·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lamp en houder [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | lamphouder | lamphouders |
| verkleinwoord | lamphoudertje | lamphoudertjes |
Zelfstandig naamwoord
de lamphouder m
- (elektrotechniek) houder voor een elektrische gloeilamp, lampfitting
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord lamphouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lamphouder" herkend door:
| 96 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.