landijs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  landijs    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɑntɛɪs/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈlɑntɛɪ̯s/, /ˈlɑntæɪ̯s/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈlɑntɛːs/
    • (Limburg): /ˈlɑntɛɪ̯s/
Woordafbreking
  • land·ijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord landijs -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetlandijso

  1. een dik ijspakket dat een landgebied van grote omvang bedekt
    • Bijna al het landijs op Groenland is deze maand gesmolten. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord landijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.