landmark

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
landmark landmarks

Zelfstandig naamwoord

landmark

  1. (scheepvaart), (luchtvaart) landmerk, een markant punt in een landschap
  2.  baken zn 
  3. (figuurlijk) mijlpaal

Werkwoord

vervoeging
onbepaalde wijs to  landmark 
he/she/it  landmarks 
verleden tijd  landmarked 
voltooid
deelwoord
 landmarked 
onvoltooid
deelwoord
 landmarking 
gebiedende wijs  landmark 

landmark

  1. overgankelijk (een gebouw, terrein e.d.) als landmark aanwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.