lasmes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lasmes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • las·mes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lasmes lasmessen
verkleinwoord lasmesje lasmesjes

Zelfstandig naamwoord

hetlasmeso

  1. (gereedschap) mes waarmee men overtollig materiaal van een hoepel afsnijdt
     Heeft men de hoepel om het vaatje gelegd en, na de klikken in elkaar gehaakt te hebben, de uiteinden onder de band doorgestoken en afgesneden met het lasmes - dat laatste tezamen heet lassṇ - dan wordt hij met de stómpṃ dissel (V.: den dissel) vastgedreven. Ook maakt men daarbij wel eens gebruik van een dréjfhòwt (V.) en een hamer.[2]
Synoniemen
  • keepmes, kuipersmes
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'lasmes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Taal en Tongval
    “Het kuipersvak” (1962), DBNL
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.