leeftijdgrens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leeftijdgrens    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leef·tijd·grens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leeftijdgrens leeftijdgrenzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deleeftijdgrensv/m

  1. een door de kalenderleeftijd bepaalde scheidslijn
     ... hij is er rotsvast van overtuigd dat de van hogerhand vastgestelde leeftijdgrens streng nageleefd dient te worden ...[1]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord leeftijdgrens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.