leesclub

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leesclub    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lees·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leesclub leesclubs
verkleinwoord leesclubje leesclubjes

Zelfstandig naamwoord

deleesclubv/m

  1. club waarin men gezamenlijk boeken leest en bespreekt
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord leesclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.