leprapatiënt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leprapatiënt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • le·pra·pa·ti·ent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leprapatiënt leprapatiënten
verkleinwoord leprapatiëntje leprapatiëntjes

Zelfstandig naamwoord

deleprapatiëntm

  1. (medisch) persoon lijdend aan lepra, een ernstige huidinfectie
     Marianne Cope, die eind negentiende eeuw naar Hawaii vertrok om te zorgen voor leprapatiënten en Pedro Calungsod, een Filipijnse tiener die in de zeventiende eeuw missiewerk deed in Guam, maar werd vermoord door de lokale bevolking.[1]
     'Reisadvies Negatief' gaat over landen en regio's waar de gemiddelde toerist zich niet laat zien. Vanaf zondag neemt Sander de Kramer (De Rekenkamer) de kijker in vier afleveringen mee naar aidsgevangenissen in Oekraïne, restanten van tropisch regenwoud op Sumatra en leprapatiënten op Madagaskar.[2]


Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord leprapatiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Voor het eerst indiaan heilig verklaard” (21-10-2012), Tubantia
  2. Weblink bron “Verre landen centraal in nieuwe KRO-programma's” (31-05-2011), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.