leslokaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leslokaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • les·lo·kaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leslokaal leslokalen
verkleinwoord leslokaaltje leslokaaltjes

Zelfstandig naamwoord

hetleslokaalo

  1. (onderwijs) lokaal waarin les gegeven wordt

Gangbaarheid

  • Het woord leslokaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.