lesprogramma

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lesprogramma    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • les·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lesprogramma lesprogramma's
verkleinwoord lesprogrammaatje lesprogrammaatjes

Zelfstandig naamwoord

hetlesprogrammao

  1. (onderwijs) cursusprogramma, lesplanning, leerprogramma
    • De leerlingen ontvangen aan het begin van de cursus het lesprogramma. 
Synoniemen
  1. lesrooster, onderwijsprogramma, onderwijsplanning

Gangbaarheid

  • Het woord lesprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.