lesuur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lesuur    (hulp, bestand)
  • IPA: /lɛsyr/, /lɛzyr/
Woordafbreking
  • les·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lesuur lesuren
verkleinwoord lesuurtje lesuurtjes

Zelfstandig naamwoord

hetlesuuro

  1. (onderwijs) de periode waarin iemand les heeft
    • Een lesuur duurt meestal 45 à 50 minuten. 

Gangbaarheid

  • Het woord lesuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.