lichtcel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lichtcel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlɪx(t)sɛl / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- licht·cel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van licht zn en cel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lichtcel | lichtcellen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de lichtcel v / m
- stukje materiaal dat elektromagnetische straling zoals het oog die waarneemt omzet in elektriciteit, gebruikt als sensor of zeer kleine stroombron
- ▸ Zeer origineel bedacht Nouvel voor de vensters van de zuidwand, waar de zon opvalt, een systeem van diafragma's, van metalen lamellen tussen de dubbele glaswand, bestuurd door een centrale lichtcel op het dak. De 27.000 diafragma's openen en sluiten zich naar gelang de lichtintensiteit en vormen de geometrische figuren uit de Arabische bouwstijlen.[1]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'lichtcel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Peter van Dijk“De bouwputten van de president” (16 oktober 1987) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.