liefdesdaad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  liefdesdaad    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lief·des·daad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord liefdesdaad liefdesdaden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deliefdesdaadv/m

  1. de keer dat men de liefde bedrijft
     Hij maakte er een aantekening van maar besefte op hetzelfde moment dat hij zijn concentratie begon te verliezen, met name omdat de liefdesdaad in de kamer boven hem zijn climax leek te naderen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord liefdesdaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.