lippenstift

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lippenstift    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɪpə(n)ˌstɪft/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lip·pen·stift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lippenstift lippenstiften
verkleinwoord lippenstiftje lippenstiftjes

Zelfstandig naamwoord

delippenstiftv/m

  1. (cosmetica) stift met zacht, meestal roodgekleurd materiaal dat op de lippen opgebracht wordt om de kleur daarvan beter te laten uitkomen
    • De lippenstift viel op de grond. 
  2. (cosmetica) zacht, meestal roodgekleurd materiaal dat op de lippen opgebracht wordt om de kleur daarvan beter te laten uitkomen
    • Zij moest haar lippenstift nog opdoen. 
     Ze was niet of heel licht opgemaakt, zoals haar gewoonte was, behalve dan dat ze speciaal voor de gelegenheid Ferrarirode lippenstift had opgedaan.[1]
     "Ik had mijn best gedaan haar goed te bestuderen en thuis voor de spiegel geoefend. Ik had een pruik opgezet, haar befaamde eyeliner en lippenstift opgedaan en zong De Verzoening van Frank Boeijen, terwijl Liesbeth voor mijn neus zat. "[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lippenstift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 25
  2. Weblink bron “Herinneringen aan Liesbeth List: 'Ineens deed ze die yogapose'” (27 maart 2020), NU.nl
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.