lokpatiënt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lokpatiënt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lok·pa·ti·ent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lokken ww en patiënt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lokpatiënt | lokpatiënten |
verkleinwoord | lokpatiëntje | lokpatiëntjes |
Zelfstandig naamwoord
de lokpatiënt m
- (medisch) persoon die zich voordoet als patiënt om zo een behandelaar te testen
- ▸ Amice collegae, laten we helderder met onze patiënten communiceren en duidelijkheid geven over verwachtingen die we van behandelingen en ingrepen mogen hebben, en over de risico’s die er aan kleven. Gewoon met de cijfers die erbij horen. Laten we die op papier meegeven, en de patiënten aanbieden het gesprek op te nemen. En laten we onze patiënten serieus nemen en – volwaardig – meebeslissen over alles waar we ze aan willen onderwerpen, of het nu Maria Smit of mijn oma betreft. Zo niet, dan voorzie ik een nieuwe carrière. Als lokpatiënt.[1]
Gangbaarheid
- Het woord lokpatiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Lokpatiënt” (05-02-2018)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.