looppiste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  looppiste    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈloppistə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • loop·pis·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord looppiste looppisten
looppistes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

delooppistev/m

  1. baan waarover je kunt hardlopen; wedstrijdbaan voor hardlopen
    • Sportief zijn is volgens Van Coillie geen criterium om aangenomen te worden, maar bewegen wordt aangemoedigd. “We hebben een eigen stuk bos met een looppiste. [1] 
    • ‘Fijn om vandaag weer op de looppiste te staan in Frankrijk. Ik stoom me klaar voor mijn volgende race in Monaco’, twitterde Farah, die op 7 juni besliste om niet deel te nemen aan de Diamond League-meeting in Birmingham, omdat hij ‘fysiek en emotioneel gekraakt was’ nadat er een dopingonderzoek werd gestart tegen zijn trainer Alberto Salazar. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'looppiste' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Standaard 11/09/2017 om 09:16 door (wdh) Marathon van Gent: met je collega’s?
  2. De Standaard 17/06/2015 Mo Farah weer op piste na doping-perikelen rond trainer
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.