luien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luien    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lui·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
luien
luide
geluid
zwak -d volledig

Werkwoord

luien

  1. luiden [2]
  2. het verplaatsen (ophijsen) van zaken in molens [3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord luien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.