mælar
- [1] Ein mælar (person).
Een meter (persoon). - [2] Ein mælar (reiskap).
Een meter (gereedschap). - [3] Ein mælar (sommarfugl).
Een spanner (vlinder).
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˡmæːlɑɾ/
Woordafbreking
- mæ·lar
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het werkwoord mæla met het achtervoegsel -er.
Werkwoord
mælar
- tegenwoordige tijd van mæla
- tegenwoordige tijd van mæle
Zelfstandig naamwoord
mælar m
- (beroep) meter (zoals een landmeter)
- (gereedschap) meter (zoals elektrameter), teller (zoals een kilometerteller)
- (vlinders) spanner, benaming voor insecten uit de familie Geometridae
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | mælar | mælaren | mælarar | mælarane |
genitief |
Schrijfwijzen
- [1-3] målar
Hyperoniemen
- [3] sommarfugl
Afgeleide begrippen
- [1] landmæler
- [2] avstandsmælar, fartsmæler, straummæler
- [3] frostmæler
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.