maaier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maaier    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • maai·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van maaien met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord maaier maaiers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demaaierm

  1. (landbouw) (beroep) iemand die graan of gras maait (voor zijn beroep)
    • Sinds de opkomst van machines in de landbouw is het beroep van maaier uitgestorven. 
  2. (landbouw) (techniek) machine die maait
    • Ik heb nog steeds een handmaaier waarmee ik ons grasveld maai maar de meeste mensen gebruiken een elektrische- of een benzinemaaier 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • maaierslied
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord maaier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.