madiwodo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  madiwodo    (hulp, bestand)
  • IPA: /madiˈwodo/
Woordafbreking
  • ma·di·wo·do
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van ma, di, wo, do, een reeks afgekorte namen van weekdagen
    • [zelfstandig naamwoord] als verwijzing naar reeksen weekdagen zoals die in een agenda staan
    • [bijvoeglijk naamwoord] als opsomming van werkdagen die door een werkdag worden gevolgd en daarmee geheel in het teken van de werkweek buiten het weekeinde staan
enkelvoud meervoud
naamwoord madiwodo madiwodo's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demadiwodom

  1. (informeel) persoonlijke agenda om toekomstige activiteiten in vast te leggen
    • Ik moet even in de madiwodo kijken of ik volgende week kan. 
stellend
onverbogen madiwodo
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

  1. op doordeweekse dagen, buiten het weekeinde
    • Naast het weekendmenu heeft ons restaurant ook madiwodo aanbiedingen. 

Gangbaarheid

  • Het woord madiwodo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.