magazijn

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  magazijn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌmaɣaˈzɛɪn/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ma·ga·zijn
Woordherkomst en -opbouw
  • van magasin, in de betekenis van ‘bergplaats’ aangetroffen vanaf 1588 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord magazijn magazijnen
verkleinwoord magazijntje magazijntjes

Zelfstandig naamwoord

hetmagazijno

  1. (handel) opslagplaats voor grote hoeveelheden goederen in winkels, fabrieken e.d
  2. winkel met groot assortiment
  3. (militair) ruimte in een vuurwapen om meerdere patronen tegelijkertijd in op te bergen
     Boven brandde licht achter Haralds raam. Hoe bereidde de jongen zich voor daar in die kamer? Zat hij met zijn Mauser op zijn knie, oliede en droogde hij die, maakte hij elk patroon schoon voordat hij ze in het magazijn drukte? Waarschijnlijk wel.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord magazijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.