pakhuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pakhuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pak·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pakhuis pakhuizen
verkleinwoord pakhuisje pakhuisjes

Zelfstandig naamwoord

hetpakhuiso

  1. een gebouw waar goederen worden opgeslagen
     Hij kon erg geestig en beeldend vertellen en beschreef hoe hij twintig jaar geleden in Londen zwaar in de ‘underground acid dance scene’ had gezeten, op illegale feesten in verlaten pakhuizen die soms wel drie dagen duurden.[1]
Hyponiemen
  • datapakhuis, diepvriespakhuis, geldpakhuis, graanpakhuis, koelpakhuis, mensenpakhuis
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pakhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.