magazijnmedewerker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: magazijnmedewerker (hulp, bestand)
- IPA: / ˌmaɣaˈzɛimedəˌwɛrkər / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- ma·ga·zijn·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van magazijn zn en medewerker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | magazijnmedewerker | magazijnmedewerkers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de magazijnmedewerker m
- (beroep) persoon die werkt in de opslagplaats van een bedrijf
- ▸ Magazijnmedewerker Ingo was aangetrouwde familie van Jakob.[1]
- ▸ De Zwaan doet voor de derde keer mee aan het WK, maar nooit eerder kwam hij verder dan de tweede ronde. Hij heeft nog niet de status dat hij van de sport kan leven, dus naast het darten werkt hij ook halve dagen als magazijnmedewerker om de kost te verdienen.[2]
- ▸ Ook magazijnmedewerker Arjen Kervezee is hard geraakt door de inflatie. Vooral de gestegen benzineprijs doet hem pijn. "Ik moet iedere dag van Muiden naar Zeewolde, 45 kilometer heen en 45 kilometer terug. Dat is elke week een tank vol. Tanken is zoveel duurder geworden, dat hakt erin. En ik krijg geen kilometervergoeding. Daardoor heb ik nu maandelijks 80 euro minder voor andere dingen."[3]
Gangbaarheid
- Het woord magazijnmedewerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
- ↑ Weblink bron “Imponerende De Zwaan bereikt achtste finales WK” (23 december 2019), NOS
- ↑ Weblink bron Vincent van Rijn“Stijgende prijzen: bezuinigen op abonnement en goede doelen, jagen op aanbiedingen” (3 februari 2022), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.