mannenziekte
Niet te verwarren met: manziekte |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mannenziekte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑnə(n)ˌziktə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- man·nen·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van man zn en ziekte zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mannenziekte | mannenziektes mannenziekten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de mannenziekte v
- (medisch) aandoening die alleen bij mannen kan voorkomen
- ▸ Het zijn spannende weken voor Barrie Stevens (68). De topchoreograaf en een van Nederlands bekendste tv-juryleden, lijdt aan een – wat hij zelf noemt – ’hevige vorm van prostaatkanker’. Kort geleden is de mannenziekte bij hem ontdekt. Meteen daarna is er begonnen met de intensieve behandeling.[1]
- aandoening die meer bij mannen dan bij vrouwen voorkomt
- ▸ Vroeger was longkanker vooral een mannenziekte. Maar wij vrouwen zijn met een fikse inhaalslag bezig. Hier wel dus.[2]
Gangbaarheid
- Het woord mannenziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Hortence Chen“Barrie Stevens ernstig ziek” (5 augustus 2012), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron Marijke Lemmers“Johan Cruijff als anti-roken goeroe” (23 oktober 2015), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.