mannin

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mannin    (hulp, bestand)
  • IPA: /mɑˈnɪn/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • man·nin
enkelvoud meervoud
naamwoord mannin manninnen
verkleinwoord
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

demanninv

  1. (religie) (christendom) vrouw
  2. manwijf, virago
Synoniemen
  • manninne (gebruikt in de oorspronkelijke Statenvertaling uit 1637)

Gangbaarheid

  • Het woord mannin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
18 %van de Nederlanders;
9 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.