marlpriem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marlpriem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • marl·priem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord marlpriem marlpriemen
verkleinwoord marlpriempje marlpriempjes

Zelfstandig naamwoord

demarlpriemm

  1. (gereedschap) een bij het touwsplitsen gebruikte priem om er ruimte tussen de strengen mee te maken
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • marlpriemslag, marlpriemsteek
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'marlpriem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
11 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.