mathemaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mathemaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /maθe'mat/
Woordafbreking
  • ma·the·maat
enkelvoud meervoud
naamwoord mathemaat mathematen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demathemaatm

  1. (wiskunde), (beroep) een wetenschapper die de wiskunde beoefent
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'mathemaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.