mathematicus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mathematicus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·the·ma·ti·cus
enkelvoud meervoud
naamwoord mathematicus mathematici
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demathematicusm

  1. (wiskunde), (beroep) een wetenschapper die de wiskunde beoefent
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord mathematicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.