meergezinshuis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meergezinshuis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- meer·ge·zins·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van meer, gezin zn en huis zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meergezinshuis | meergezinshuizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
meergezinshuis [1]
- woning voor meer dan een gezin
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'meergezinshuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Doden in Italië door slecht weer” (28 april 2009), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.