mees
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mees (hulp, bestand)
- IPA: / mes / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- mees
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelnederlands mese van Oudnederlands mesa [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mees | mezen |
verkleinwoord | meesje | meesjes |
Zelfstandig naamwoord
de mees v / m
- (zangvogels) benaming voor kleine weinig schuwe vogels uit de familie Paridae
Hyponiemen
|
Vertalingen
1. benaming voor kleine weinig schuwe vogels uit de familie Paridae
Gangbaarheid
- Het woord mees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mees" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ mees op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mear |
mees
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.