menopauze

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  menopauze    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmenoˌpɑuzə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • me·no·pau·ze
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord menopauze menopauzes
menopauzen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demenopauzev/m

  1. (medisch) levensfase waarin vrouwen niet langer menstrueren
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord menopauze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.