mensentaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mensentaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- men·sen·taal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mens zn en taal zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mensentaal | mensentalen |
verkleinwoord | mensentaaltje | mensentaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
de mensentaal v / m
- het gesproken of geschreven woord waarmee (gewone) mensen met elkaar communiceren
- ▸ Zelfs deze laatste daad, zijn vlucht, die in gewone mensentaal het toppunt van verachtelijk gedrag wordt genoemd, iets waarvan ieder kind weet dat het een schande is, zelfs deze daad wordt door de historici goedgepraat.[2]
- ▸ Toorenaar neemt het voor de bedrijven op. "Wij praten nu over campagnes die miljoenen mensen waarderen, maar dit waren de eerste mensen die een idee te zien kregen. Stel, ik had als baas van De Telegraaf drie opties gekregen: De Telegraaf spreekt mensentaal, De Telegraaf: beste krant voor bij de koffie, of De krant van wakker Nederland, ik weet niet zeker of ik voor die derde had gekozen."[3]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord mensentaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron Lambert Teuwissen“De beste reclames? 'Als iets lekker is moet je nooit zeggen dat het lekker is'” (17-03-2019), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.