milddadig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  milddadig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mild·da·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen milddadigmilddadigermilddadigst
verbogen milddadigemilddadigeremilddadigste
partitief milddadigsmilddadigers-

Bijvoeglijk naamwoord

milddadig [1]

  1. mild en vriendelijk in woord en daad
     Of mogelijk bent u een rijk christen en tevens milddadig. Nu, indien het in enig opzicht zo met u is dat u wat boven anderen uitsteekt en uitmunt in kennis, gaven en vorderingen op de weg, dan hebt u nodig om arm en ellendig te blijven. Vergeet echter nooit uw aangeboren aangezicht, maar blijf steeds deze ellendige.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord milddadig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
28 %van de Nederlanders;
34 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Wulfert Floor
    “Arm en ellendig” (24-01-2017), Reformatorisch Dagblad
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.