gul

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gul    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣʏl/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • gul
Woordherkomst en -opbouw
  • [A]: herkomst onzeker, in de betekenis van ‘royaal’ voor het eerst aangetroffen in 1615 [1] [2]
  • [B]: misschien verwant met  geel bn , zie ook Deens gul [3]
[A] stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gulgullergulst
verbogen gullegulleregulste
partitief gulsgullers-

Bijvoeglijk naamwoord

[A] gul

  1. vrijgevig
    • Ook dit jaar was deze donateur weer heel gul. 
  2. cordiaal, hartelijk
    • Ik werd gul ontvangen. 
    • Hij toonde een gulle lach. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

[1] "vrijgevig"

  • Een gulle gever
Iemand die veel uitdeelt
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord gul gullen
verkleinwoord gulletje gulletjes

Zelfstandig naamwoord

degulv/m

  1. (visserij) kabeljauw tot een lengte van ca. 60 cm
    • Ik heb een 'gulletje gevangen. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
gullen

gul

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gullen
    • Ik gul. 
  2. gebiedende wijs van gullen
    • Gul! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gullen
    • Gul je? 

Gangbaarheid

  • Het woord gul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Deens

Bijvoeglijk naamwoord

gul

  1. (kleur) geel

Verwijzingen

    Noors

    Woordafbreking
    • gul
    Naar frequentie 4961

    Werkwoord

    gul

    1. gebiedende wijs van gule

    Zelfstandig naamwoord

    gul

    1. verouderde spelling of vorm van gule tot 2005 (betekenis: windje)
    (verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van gul, m / v

    Nynorsk

    Woordafbreking
    • gul

    Werkwoord

    gul

    1. gebiedende wijs van gule
    Schrijfwijzen

    Zweeds

    Uitspraak
    • Geluid:  gul    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈgʉ̟ːl/
    Woordafbreking
    • gul
    stellend vergrotend overtreffend
    gul
    gulare
    gulast

    Bijvoeglijk naamwoord

    gul

    1. (kleur) geel
    Afgeleide begrippen
    • brandgul, citrongul, pissgul, äggul
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.