minne

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  minne    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɪnə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • min·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • min met de uitgang -e
enkelvoud meervoud
naamwoord minne
verkleinwoord minnetje minnetjes

Zelfstandig naamwoord

deminnev/m

  1. liefde, genegenheid
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

minne

  1. datief vrouwelijk  van min, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
enkelvoud meervoud
naamwoord minne minnen
verkleinwoord minnetje minnetjes

Zelfstandig naamwoord

deminnev

  1. vrouw die het kind van een andere vrouw borstvoeding geeft
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • minnenmoeder

Bijvoeglijk naamwoord

minne

  1. verbogen vorm van de stellende trap van min

Werkwoord

vervoeging van
minnen

minne

  1. aanvoegende wijs van minnen

Gangbaarheid

  • Het woord minne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.