moede
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: moede (hulp, bestand)
- IPA: /ˈmudə/
Woordafbreking
- moe·de
Woordherkomst en -opbouw
- [bijvoeglijk naamwoord] van Middelnederlands moede, mode en muede; cognaat met Oudsaksisch môđi, Angelsaksisch meðe, Middelnederduits mode, Oudhoogduits muodi, Middelhoogduits müede, Duits müde [1][2]
- [zelfstandig naamwoord] moed "inborst, stemming, gemoed" met de uitgang -e [3]
Bijvoeglijk naamwoord
moede
- (verouderd) vermoeid, moe
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
moede
- datief mannelijk van moed, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden
- in arren moede
- in euvelen moede
- te moede
Gangbaarheid
- Het woord moede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moede" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
Middelnederlands
Woordafbreking
- moe·de
Woordherkomst en -opbouw
- Oudnederlands muothi en muothe [1][2][3];
Bijvoeglijk naamwoord
moede
- vermoeid, moe, afgemat
Schrijfwijzen
- mode
- muede
Overerving en ontlening
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.