moederdier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: moederdier (hulp, bestand)
Woordafbreking
- moe·der·dier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van moeder zn en dier zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | moederdier | moederdieren |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het moederdier o
- vrouwelijk dier dat jongen heeft gehad
- ▸ De nertsbedrijven werken met een jaarlijkse cyclus. In april en mei worden er jongen geboren, gemiddeld zo'n vijf per moederdier. In het najaar bekijkt de nertsenhouder welke dieren geschikt zijn als fokdieren voor het volgende jaar. De andere nertsen worden gedood. Dat gebeurt in een kist met koolmonoxide.[2]
- ▸ In een illegale visfuik in natuurgebied De Wildwallen bij Lelystad zijn afgelopen dinsdag twee dode otters gevonden. Een moederdier en haar dochter zijn waarschijnlijk verdronken toen ze in de netten in de Larservaart terechtkwamen.[3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord moederdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Nertsenfokkerijen in Nederland: waar zijn ze nog en waarom?” (Woensdag 10 juni 2020, 18:25), NOS
- ↑ Weblink bron “Otters verdrinken in illegale visfuik” (Zaterdag 2 maart 2019, 05:26), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.