moederkoek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moederkoek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmudər.kuk/
Woordafbreking
  • moe·der·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moederkoek moederkoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demoederkoekm [3]

  1. (anatomie) orgaan bestaande uit baarmoederslijmvlies en embryoblaasje dat zorgt voor de uitwisseling van voedingsstoffen, zuurstof en afvalstoffen tussen moeder en ongeboren kind
    • Het ongeboren kind is met de navelstreng verbonden met de moederkoek. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord moederkoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.