morgenstond

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  morgenstond    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɔrɣə(n)ˌstɔnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mor·gen·stond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord morgenstond morgenstonden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demorgenstondm

  1. begin van de ochtend wanneer de zon opkomt
    • De morgenstond brak al vroeg aan. 
Uitdrukkingen en gezegden

De morgenstond heeft goud in de mond.

  • Vroeg opstaan is profijtelijk.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord morgenstond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.