motorvliegtuig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  motorvliegtuig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mo·tor·vlieg·tuig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord motorvliegtuig motorvliegtuigen
verkleinwoord motorvliegtuigje motorvliegtuigjes

Zelfstandig naamwoord

hetmotorvliegtuigo

  1. (verkeer) een vliegtuig met motor
    • In 1903 maakten de gebroeders Wright hun eerste vlucht met een motorvliegtuig. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord motorvliegtuig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.