vliegveld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vliegveld    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvlixfɛɫt/
Woordafbreking
  • vlieg·veld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegveld vliegvelden
verkleinwoord vliegveldje vliegveldjes

Zelfstandig naamwoord

hetvliegveldo

  1. (luchtvaart) een terrein waar vliegtuigen kunnen landen en opstijgen
    • Dit vliegveld is onlangs aangelegd om de slechte bereikbaarheid van deze regio te verbeteren. 
     Vandaag wordt bij verschillende Nederlandse vliegvelden gedemonstreerd door mensen die vinden dat de overlast en de vervuiling door de luchtvaart de spuigaten uit loopt.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vliegveld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Judith van de Hulsbeek
    “Omwonenden: Schiphol kan 100 bestemmingen missen” (14 mei 2022), NOS
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.