mul

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mul    (hulp, bestand)
  • IPA: /mʏl/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • mul
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord mul mullen
verkleinwoord mulletje mulletjes

Zelfstandig naamwoord

[A] mul m

  1. (straalvinnigen) benaming voor vissen uit geslacht Mullus  uit de familie van de zeebarbelen
    1. (voeding) bepaald soort vis, Mullus surmuletus 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • mulegaren, mulemachine, mulflora, mulgrond, mulheid, mulheim, multriplex, mullig
Vertalingen
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord mul -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[B] mul o

  1. fijn zand, stof
Afgeleide begrippen
  • mulflora, mulgrond

[B] mul o / v

  1. verkruimeld turf
  2. kleurstof, gemaakt door de wortel van meekrap af te schrapen
  3. (imkerij) afval van bijen
Synoniemen

[B] mul m

  1. geschikte voeding
Synoniemen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen mulmullermulst
verbogen mullemulleremulste
partitief mulsmullers-

Bijvoeglijk naamwoord

[B] mul

  1. droog, los, stoffig, zandachtig, pulverig
    • Hij kon niet fietsen op de mulle zandweg. 
Afgeleide begrippen
  • mulheid, mullig
Verwante begrippen
Vertalingen
[C] enkelvoud meervoud
naamwoord mul -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetmulo

  1. (textiel) dun katoenen weefsel

Gangbaarheid

  • Het woord mul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.[12]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.