voedsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voedsel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvutsəl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • voed·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘spijs’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • Naamwoord van handeling van voeden met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord voedsel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetvoedselo

  1. (voeding) alles wat een levend wezen tot zich neemt om aan bouwstof en energie te komen.
    Dit kan zowel een vaste of vloeibare substantie zijn.
    • Een derde van al het geproduceerde voedsel wereldwijd wordt verspild. Hiermee is een kostenpost gemoeid van 565 miljard euro. [2] 
     Mijn 18 kilo zware rugzak, bepakt met voedsel en water, voelde als lood op mijn rug.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • voldoende voedsel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voedsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.