munteenheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  munteenheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmʏntenhɛit/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): //
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg):
Woordafbreking
  • munt·een·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord munteenheid munteenheden
verkleinwoord munteenheidje munteenheidjes

Zelfstandig naamwoord

demunteenheidv

  1. (economie) munt die de basis vormt van het muntstelsel van een of meer naties
    • De euro als de munteenheid van de EU. 
Verwante begrippen
  • muntsoort, muntstelsel, valuta
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord munteenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.